OUR BLOG

Je hoort het vaak: des te meer, des te beter. In veel gevallen is dit ook zo.  Maar…In de krachtsport is dit niet per definitie waar. Je kunt beter een kwalitatief goede training hebben van 45 minuten dan een ellenlange en kwalitatief slechte workout van ruim 2 uur. Te lang trainen kan leiden tot over-trainen en heeft zodoende een averechts effect.

3 DE VERSCHILLENDE VORMEN VAN OVERTRAINDHEID

Overtraining is een algemenen term die aangeeft: ‘Er wordt meer getraind dan het lichaam op dat moment aan kan’. Het is inmiddels duidelijk dat overtrainen leidt tot een toestand van overbelasting. Overbelasting/overtraindheid worden in 3 vormen te onderscheiden:

1. Machanische overtraindheid: Bij mechanische overtraindheid wordt meestal van een blessure of overbelastingsletsel gesproken. Alle sportblessures en bijvoorbeeld ook spierpijn, berusten op mechanische overbelasting van spieren, banden en/of pezen. Omdat bindweefsel en daarvan afgeleide weefsels een trage stofwisseling en een relatief slechte doorbloeding hebben, is het herstel trager dan in spierweefsel dat veel bloedvaten heeft. Het zijn vooral excentrische belastingen (negatieve reps, de zakkende fase van een herhaling) die al snel een mechanische overbelasting van het spierweefsel geven.

2.Metabole overtraindheid: Er is fysiologisch gezien een verstoring van de energiestofwisseling. De energie voor de spiercontractie wordt geleverd door ATP. De voorraad ATP is klein en het lichaam heeft diverse energiesystemen om de ATP aan te vullen. Bij zware inspanning echter kan het her aanvullen van ATP achterblijven bij het verbruik. Hoewel normaal gesproken bij zware training bijna altijd sprake is van bewuste metabole overtraining, die gevolgd wordt door minder zware trainingsperioden met het accent op herstel, kan metabole overtraining door onvoldoende herstel en aanvulling van de glycogeen-voorraad chronisch worden. Dan heb je een probleem.

3.Het overtrainingssyndroom: is een algemene vorm van overbelasting die zijn oorzaak vindt in een te grote opstapeling van verschillende vormen van stress. Dit uit zich via stoornissen van de coördinerende functie van de hypothalamus, de ‘regelneef’ van de hypofyse en het autonome zenuwstelsel. Het gevolg is: ongewenste veranderingen in gedrag, functioneren van het autonome zenuwstelsel en de hormoonhuishouding. Het immuunsysteem wordt daardoor onderdrukt en dat betekent op zich weer een stressfactor.

De negatieve spiraal is nu een feit. De stress van de training zelf is vaak niet de enige oorzaak voor het ontstaan van een overtrainingssyndroom. Meestal zijn bijkomende factoren als problemen thuis of op het werk de druppel die de emmer doen overlopen.

Conclusie: Je wilt de beschikbare energie nuttig gebruiken en je spieren optimaal prikkelen. Train dus kwalitatief in plaats van kwantitatief. Praat niet teveel met anderen (dit blijkt vaak lastig…ook voor mij), focus je op de oefeningen – zorg dat je daar op termijn sterker in wordt – en start vervolgens je herstel.

Met Magische groet,

Nuno

 

 

 

N.A. de Brito

Leave a Comment

Geef een reactie